Nederland staat de komende decennia voor grote economische, sociale, mobiliteits- en duurzaamheidsuitdagingen. De wereld om ons heen verandert in snel tempo.
Verstedelijking zet door, niet alleen in de Randstad maar ook in andere stedelijke gebieden zoals Eindhoven, Arnhem-Nijmegen en Groningen. De druk op een leefbare en gezonde woonomgeving neemt toe. De komende jaren is er een tekort aan woningen, waardoor per jaar gemiddeld meer dan 75.000 nieuwe woningen gebouwd moeten worden om het tekort in te lopen. In de periode 2018-2030 zal het aantal inwoners met 849.000 toenemen tot 18 miljoen inwoners. Deze groei zal in combinatie met een trage woningbouwproductie leiden tot een oplopend woningtekort, met name in de regio’s die nu al in de top 10 van files staan en waar de bereikbaarheid en leefbaarheid onder druk staan. Zo groeit Amsterdam richting een miljoen inwoners in 2030 en 1,1 miljoen in 2040 en stijgt Utrecht van 339.000 inwoners nu naar ruim 400.000 in 2030, en 455.000 in 2040.
De enorme woningbouwopgave in Nederland moet in samenhang gaan met een goede aansluiting op het openbaar vervoer. Het meest recente onderzoekscijfer naar mobiliteit uit 2018 laat zien dat er in dat jaar over alle vormen van mobiliteit in Nederland meer dan 189 miljard reizigerskilometers werden gemaakt. Dat groeit naar 210 miljard in 2030 en 229 miljard reizigerskilometers in 2040. En zelfs naar 246 miljard als we uitgaan van het hoogste groeiscenario. Die bewegingsvrijheid willen we mogelijk maken. Dat stimuleert de economie, welvaart en verbondenheid tussen mensen. De groei van de ‘hubs’ Schiphol, de Rotterdamse haven en de ict-hub (geconcentreerd in Amsterdam, Eindhoven en Groningen) versterkt dit. Als gevolg van de groeiende en geconcentreerde mobiliteitsvraag dreigt de Randstad dicht te slibben en ontstaan knelpunten op verschillende plekken in het mobiliteitssysteem: in de vorm van toenemende congestie en vertragingen op de weg, problemen met uitstoot en ruimtebeslag in dichtbevolkte gebieden en in de vorm van volle treinen. De gebieden waar het rustig is, hebben hun eigen uitdagingen: het collectieve mobiliteitsaanbod staat hier onder druk. Toch is het van maatschappelijk belang om juist ook deze delen van Nederland goed te ontsluiten. Dat vraagt om innovatieve en slimme oplossingen op maat.
Vormen van vervoer
Op technologisch gebied gebeurt er ontzettend veel. Elektrisch reizen wint terrein op reizen op fossiele brandstoffen. Technische innovaties maken reizen efficiënter en veiliger. Op het spoor benutten we deze veranderingen waar mogelijk. Technologische ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, automatisering en robotisering – goedkoop internet, big data en artificial intelligence - hebben ook impact op het mobiliteitslandschap. Reizigers verwachten daarnaast steeds meer een gepersonaliseerde deur-tot-deurreis en nieuwe partijen betreden de mobiliteitsmarkt met nieuwe concepten zoals deelauto’s en -scooters. Nieuwe vormen van (elektrisch, zelfrijdend, vraaggestuurd) vervoer over de weg en op het spoor moeten naadloos onderdeel worden van het mobiliteitssysteem. Daarbij zien we bovendien dat met name jongere generaties anders aankijken tegen mobiliteit, met een verschuiving van bezit naar gebruik. Alle vormen van mobiliteit zijn straks zowel fysiek als digitaal met elkaar verbonden om de beste keuze te kunnen maken in de deur-tot-deurreis: Mobility-as-a-Service (MaaS). Het realiseren van goede verbindingen die aansluiten op de behoeften van reizigers, bedrijven en instellingen blijft een uitdaging waar NS graag een bijdrage aan levert.
Transitie naar duurzame mobiliteit
Oplossingen voor mobiliteitsverbetering zullen steeds duurzamer worden. In de eerste plaats door gebruik van duurzame energiebronnen in plaats van fossiele brandstoffen. Er is een toenemende bewustwording en urgentie op de klimaatcrisis. Om de uitstoot van broeikasgas te beperken en de leefomgeving prettiger en gezonder te maken, is een overgang naar andere, meer duurzame vormen van vervoer essentieel. Voor reizen over de grens verandert de maatschappelijke behoefte: liever duurzamer vervoer per spoor dan vliegen. NS levert duurzame mobiliteit aan meer dan 10,7 miljoen reizigers per jaar in Nederland en draagt daarmee bij aan de economische ontwikkeling en bereikbaarheid van steden en regio’s en aan de Nederlandse klimaatdoelstellingen. Onze treinen rijden sinds januari 2017 100% op windstroom, we zijn het eerste land ter wereld waar alle elektrische treinen op nieuwe windstroom rijden.
Implementatie LTSA
Inspelend op de toenemende mobiliteit werkt NS richting 2028 samen met het ministerie van IenW als opdrachtgever en partners als ProRail aan de afspraken uit de Lange Termijn Spoor Agenda (LTSA). Een onderdeel hiervan is het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Door zes keer per uur een Intercity te laten rijden op de belangrijkste verbindingen neemt de vervoerscapaciteit fors toe. Met de frequentieverhoging van de Intercity Amsterdam-Eindhoven in de dienstregeling van 2018 hebben we hierin een belangrijke stap gezet. Door de frequentieverhoging zien we reizigersgroei op deze corridor, met hogere betrouwbaarheid, zitplaatskans en klanttevredenheid. NS zet zich in om in de komende jaren de LTSA verder te realiseren. NS en ProRail hebben gezamenlijk een studie gedaan naar volgende corridors waarop frequentieverhoging van Intercity’s per uur wenselijk is. Hieruit kwam onder andere de corridor Arnhem-Schiphol-Rotterdam naar voren als corridor met de hoge urgentie. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de frequentieverhoging per dienstregeling 2022 gestart.
Anticiperen op verdere groei met mobiliteitsvisie
Ook na realisatie van de LTSA staat Nederland voor grote economische, maatschappelijke en duurzaamheidsuitdagingen. NS werkt met meerdere partijen aan een gezamenlijke lange termijn mobiliteitsvisie voor Nederland. Dat gebeurt onder meer in het door het ministerie van IenW geregisseerde OV-toekomstbeeld met alle partijen uit de OV-sector: centrale en decentrale overheden, ProRail en vervoerders, onder wie NS. NS neemt als mede-initiatiefnemer deel aan de Mobiliteitsalliantie met organisaties uit de wereld van fiets, (vracht)auto, veren, bus, tram, metro en trein. De Mobiliteitsalliantie focust zich op een deltaplan met visie op de mobiliteit tot 2030 en is gestart met pilots voor betalen naar gebruik.
De rode draad die zich aftekent in deze mobiliteitsvisies is dat Nederland behoefte heeft aan een integraal mobiliteitssysteem met een sterk OV. Een belangrijke sleutel daarvoor ligt in een snellere en gemakkelijkere deur-tot-deurreis en betere internationale ontsluiting van Nederland. NS werkt hier, waar mogelijk samen met partners (andere vervoerders, marktpartijen en in samenspel met landelijke en regionale overheden en stadsregio's), hard aan. Dat doen we door onder meer aansluitingen tussen verschillende vervoersmodaliteiten te optimaliseren en het voor-en natransport te verbeteren, onder andere met een steeds betere reisplanner, reisinformatie, goede fietsenstallingen en OV Fiets. Zo helpt NS niet alleen om Nederland bereikbaar te houden, maar ook duurzaam te maken.
Ontwikkelingen marktordening Nederlandse spoormarkt
Twee ontwikkelingen zullen de komende jaren van invloed zijn op de inrichting van de Nederlandse spoormarkt en daarmee op de positie en de rol van NS: keuzes over de marktordening op het Nederlandse spoor vanaf 2025 door het kabinet en het besluit tot herpositionering van ProRail door het kabinet. NS volgt deze ontwikkelingen nauwgezet. Ten aanzien van de omvorming van ProRail tot ZBO hebben de gezamenlijke reizigers- en goederenvervoerders, waaronder NS, verladers, reizigersvereniging Rover en VNO-NCW aangegeven zich grote zorgen te maken over de gevolgen daarvan. De prestaties op het spoor zijn de afgelopen jaren sterk verbeterd, met name door de goede samenwerking tussen ProRail en vervoerders. De zorg is dat ProRail de komende tijd vooral met de interne organisatie bezig is waardoor de resultaten voor reizigers en goederen onder druk komen te staan. Verder is nog veel onduidelijk. Niet helder is hoe bijvoorbeeld bestaande samenwerkingsrelaties met vervoerders en aannemers op het spoor eruit komen te zien. De insteek van NS is dat alle ontwikkelingen faciliterend moeten zijn aan de eerdergenoemde mobiliteitsuitdagingen waar Nederland de komende decennia voor staat; daarmee blijven we ook de komende jaren de reiziger op 1, 2 en 3 zetten.